Eeuwenoude geschiedenis

De Portugese wijnbouw heeft een zeer oude ontstaansgeschiedenis. Volgens verschillende bronnen hebben de Phoeniciërs de eerste druivenstokken in Portugal geïntroduceerd en daarna hebben de oude Romeinen ook wijn in Portugal verbouwd. Na de twaalfde eeuw werden er veel nieuwe wijngaarden aangeplant, met zowel inheemse rassen als internationale druiven uit de Bourgogne en andere Franse gebieden. Van het eiland Madeira kwam de moscatel-druif en uit Kreta werd de malvasia geïmporteerd.

Portugal onderhield sinds de Reconquista nauwe banden met Engeland. In de 17e eeuw importeerden de Engelsen veel wijnen uit Portugal omdat ze in die tijd in oorlog waren met de Fransen. De zoete portwijn is ontstaan omdat indertijd de wijnen uit Portugal de bootreis naar het eiland niet altijd even goed overleefden. De populariteit van port groeide erg hard. In de 18e eeuw was de vraag naar portwijnen groter dan het aanbod. Om de kwaliteit van de port-wijnen hoog te houden, stelden de Portugezen de 'Appellation d'Origine Contrôlée' (AOC) in. Deze eisen hebben betrekking op o.a. het productiegebied, het aantal aangeplante wijnstokken, het minimum alcoholgehalte en de maximum opbrengsten.

Maar de Portugese wijnen hebben nooit een kans op de wereldmarkt gehad, omdat Portugal toendertijd niet over de financiële middelen beschikte om te investeren in de wijnindustrie. Maar na de toetreding tot de EU heeft Portugal gebruik gemaakt van EU-subsidies om de jarenlange achterstand van de wijnindustrie in te halen. De Portugezen zijn lang niet de meest vooruitstrevende wijnmakers, doch hun troef is de grote verscheidenheid aan inheemse druiven van goede kwaliteit. Daarom is de export van Portugese wijnen sinds de toetreding van Portugal tot de Europese Unie gegroeid. Na de toetreding tot de EU in 1988 is er heel wat veranderd, onder andere op het gebied van wetgeving, de technologie die wordt toegepast en verbouwingsmethoden. Het gevolg hiervan is dat veel wijnen fruitiger, eleganter en toegankelijker zijn geworden, zonder hun karakter te verliezen.

De laatste jaren neemt de gemiddelde kwaliteit van wijn toe. Tegelijkertijd gaan wijnen uit de hele wereld steeds meer op elkaar lijken: het wordt steeds moeilijker om wijnen op basis van geur, kleur en smaak te herkennen en hun herkomst te bepalen. Veel Portugese wijnen hebben daarentegen nog wel een eigen, herkenbare karakter. Dit is te danken aan de wijnmakers die gebruikmaken van druivenrassen die buiten Portugal niet of nauwelijks voorkomen, bijvoorbeeld de Touriga Nacional. 

De Portugese wijnen vormen een kostbare schat aan aroma’s waarvan de wijngraden zich strekken over het hele land: van Minho tot aan Algarve. De combinatie van klassiek en modern maken Portugese wijnen zo bijzonder. Het klassieke aspect vloeit voort uit het gebruik van de rijke en unieke druivenrassen, veelal met exotische namen. Er worden wel meer dan honderd druivenrassen gebruikt, waarvan de meeste alleen maar in Portugal worden verbouwd.

Portugal is als grootste leverancier van natuurkurk een belangrijke spil voor wijnbouwers over de hele wereld!

Met een wijngaardoppervlakte van 380.000 hectare is Portugal na Spanje, Frankrijk en Italië het vierde wijnland ter wereld. Op basis van volume staat Portugal op de zevende plaats van Europa en op de tiende plaats in de rangschikking van grootste wijnproducenten ter wereld. Portwijn is bij iedereen bekend, maar wist u dat vanuit de portdruiven heerlijke rode wijn wordt verkregen?